Dilemma: Drugstest
Je telefoon gaat. Iemand vertelt je, dat er sterke vermoedens zijn, dat je dochter drugs gebruikt. Je dochter is al een aantal malen met personen gezien, waarvan bijna vast staat dat ze gebruiken, dan wel dealen. Chips! Waarom?
Afkickkliniek
De afgelopen tijd heb je regelmatig samen gereisd met een moeder, waarvan haar kind op dat moment in een afkickkliniek zat. Je hoort haar nog zeggen “hoe harder ze roepen dat ze niet gebruiken, hoe alerter je moet zijn.”
Je wacht tot je man thuis komt en bespreekt het voorval. Samen besluit je tot een directe confrontatie. “Lieverd, we willen even met je praten…” Direct is ze boos. Natuurlijk gebruikt zij niet. Je vertelt van de moeder waarmee je afgelopen periode hebt gereisd. Nu wordt je dochter woest, want zij is toch niet zoals die anderen?! Je legt uit dat je je dochter heel graag wilt geloven, maar dat je nu niet je handen in het vuur durft te steken. Boos zegt ze dat ze wel een drugstest wil doen als bewijs…! En ze stampt naar haar kamer.
Apotheek
Je kijkt je man aan. Ja, dat moesten we maar doen, een drugstest. Maar waar kan je een drugstest laten doen? Samen besluit je de politie te vragen. Zij verwijzen je door naar de huisarts. Je belt de huisarts en vraagt de assistente om advies. Zij vraagt of dochterlief bereid is om naar het spreekuur te komen. Bereid is…?? Al moet ze in ducktape op de achterbank gezet worden… Maar dan? Dan gaat de huisarts vragen of er de volgende dag bloed afgenomen mag worden en dan heb je na ongeveer een week de uitslag. Je vind die procedure veel te lang en bedankt de assistente vriendelijk. Je belt een jeugdhulpverlener en vraag om een drugstest, ook deze kan je niet helpen en ook school heeft geen middelen. Als laatste bel je de apotheek, die zou toch wel moeten weten waar je iets dergelijks kan krijgen of bestellen…? Inderdaad en sterker nog, hij blijkt het morgenochtend al in huis te kunnen hebben.
Drugstest
De volgende dag ga je naar de apotheek. Die middag komt je dochter thuis. Je geeft haar een plastic bekertje en vertelt dat je de drugstesten hebt. Ze doet haar jas uit en loopt naar het toilet. In de keuken pak je de testen uit. Je houdt het staafje net als een zwangerschapstesten in de urine en plaatst de dop terug en legt de testen op het aanrecht. Er verschijnen 2 streepjes per test, de grond zakt onder je vandaan. Je dochter roept dat ze echt niet heeft gebruikt. Jij bedenkt dat je de testen misschien niet goed hebt gedaan en leest de gebruiksaanwijzing nogmaals door. Gelukkig staat al snel beschreven dat je dochter geen drugs heeft gebruikt bij het zien van 2 lijntjes…
Vertrouwen
Natuurlijk doet het (laten) doen van een drugstest heel veel. Eigenlijk zeg je dat je je dochter niet vertrouwd, maar ook het vertrouwen van je dochter in jullie is geschaad. Daarom moet je wel duidelijk hebben verteld, waarom je de test graag wil laten doen. Het is niet "zo maar" of “omdat ik dat wil!” Dus ook als uiteindelijk blijkt dat er niet gebruikt is, is het hele voorval niet zomaar klaar. Probeer samen de oorzaak van het vermoeden te achterhalen.